Dag 20 Sintra

We staan op tijd bij de bus. De bushalte is voor de camping. De bus is te laat, waardoor we onze aansluiting missen naar Sintra. Nu kunnen we in de Auchan in Cascais boodschappen doen voor de lunch. Mel neemt Sushi om te delen en er worden croissants en vegan pastel de nata’s ingepakt. We kronkelen vanuit Cascais omhoog. We betalen €4,25 p.p. enkele reis; duur voor Portugese begrippen. De bus naar de camping kostte maar 2 euro retour. Dat is weer heel goedkoop. In Sintra kopen we een dagkaart van €11,50 p.p. waarmee we in het gebied kunnen reizen met kastelen en tuinen. Hiermee blijken we ook naar Cascais te kunnen, dus voor niks een kaartje gekocht. Een vrolijke chauffeur legt ons alles goed uit en rijdt ons naar boven. Wij stappen uit bij het Moorisch Castle. De natuur is overweldigend en de hoeveelheid mensen ook. Er rijden bussen, auto’s en tuk tuk’s af en aan.  Voor het kasteel moeten we betalen. We denken dat het niet veel toevoegt en lopen via een spannend pad naar Pena Pallace. Het is allemaal ingewikkeld te vinden. We besluiten het park te bezoeken waar het paleis in staat en kopen een kaartje. We mogen hiermee het paleis niet in. Gelukkig maar, want er staat een hele lange rij. Het paleis is kleurrijk en mooi om te zien. We besluiten op te splitsen. Mel heeft zijn dag niet en vindt het paleis in de steigers ook niet het geld waard. Hij gaat wandelen naar een kruis. De meiden wandelen via de ‘hike trail’ naar beneden. Een mooie en rustige tocht. Klaas en ik nemen de overvolle bus naar het historisch centrum en belanden op een terras met een biertje en olijven. De ober roept mij nog terug als ik van het terras loop. Ik krijg een magneet van zijn restaurant. We eten bij een bekende bakkerij nog iets lekkers en lopen door de gezellige straatjes. Als we besluiten naar het station te lopen zien we An, An en Mel. Met elkaar lopen we naar het station. Het station is prachtig betegeld. De bus komt 30 minuten te laat, maar gelukkig hebben we deze keer een goede aansluiting naar de camping. Deze bus doet de lange route. Die is geweldig. Hij rijdt langs de kust. Bij onze bus krijgen we van de buren een tas met boodschappen. Ze vliegen morgen naar huis. Mel springt gelijk op de fiets om naar het strand te rijden. De meiden rommelen met de was en kijken even bij een restaurantje. Klaas en ik koken. We eten in het donker en schijnen bij als we opscheppen. We nemen nog wat van de Portugese likeur om warm te blijven voordat we naar bed gaan.