Dag 24 Comporta

De wekker gaat om 7 uur. We zijn allemaal gelijk op. Klaas en ik gaan douchen en Mel horen we al rommelen in zijn tent. Ik smeer voor iedereen boterhammen en we pakken alle spullen van Mel aan en leggen die voorlopig op ons bed. Klaas rijdt in 1 keer de bus eruit. Er is inmiddels een caravan vlak bij onze uitrit komen staan en gisteravond hebben we de bus schuin laten staan. We rijden mooi op tijd naar de luchthaven. Hiermee sluiten we ook onze Orbitur campingtour met de kids af. We belandden steeds bij deze keten. Ze zien er allemaal hetzelfde uit. De sanitaire gebouwen zijn verouderd en er is altijd iets kapot. De douche is altijd heet, je mag zelf een plek zoeken en in het toiletgebouw hangt 1 grote rol wc papier. Dus niet vergeten er genoeg af te rollen als je moet. Naar de luchthaven komen is een toer. We nemen de tolweg en die pakt de Creditkaart niet. Zonder contant geld doe je niets in Portugal. Ook de bussen en veel winkels willen contant geld. Klaas doet er een briefje in en het rammelt muntjes wisselgeld. Het is ontzettend  druk en we rijden eerst verkeerd. Mel wil eruit gegooid worden. Dat gaat niet zo makkelijk. Uiteindelijk blijkt het heel relaxed om iemand af te zetten. Je parkeert je auto en de reiziger kan rustig zijn spullen pakken en naar de luchthaven lopen. Ik blijf nog lang kijken. Mel vindt het genoeg afscheid en draait zich niet meer om. Vanuit Lissabon rijden we over de Ponte Vasco da Gama. 17 km over het water en de op een na langste brug van Europa.  We besluiten naar Setubal te rijden. Ik Google wat op de stad. Het is de vierde stad van Portugal. We hebben beiden even geen zin in deze mooie stad. Ik vind het sowieso even lastig. Mis de kinderen. Het beste hiertegen blijkt toch een plan. We doen boodschappen bij een Auchan en kijken op de parkeerplaats op de kaart. Ik heb een soort krentenbollen gekocht. Pao Da Casa Com Sultanas E Nozes. Heerlijk. We gaan met de veerboot over de monding van de Rio Sado. Klaas wil netjes voor de stopstreep blijven staan maar ik hoor het vertreksignaal van de veerboot. Klaas rijdt met tegenzin door. Er is precies nog 1 plek en we mogen mee. In de zee zwemmen dolfijnen. Helaas hebben we ze niet gezien. We rijden naar de camperplek aan de  dorpsrand van Comporta. Er is genoeg plek dus rijden we naar het strand. Het strand is wit en de zee blauwgroen. Geweldig. We willen er graag naar kijken en lunchen aan zee. Klaas zoekt zich rot naar bier op de kaart. Er staan alleen dure wijnen op. Gelukkig kunnen we toch een biertje bestellen en de soep is zalig met wat brood. De zee is zo mooi dat ik er in wil zwemmen. Ik trek mijn badpak aan en de golven rollen over mij heen. In Portugal hebben de meeste vrouwen bruine billen. Dat is hier helemaal in. Ik douche heerlijk bij de parkeerplaats. We rijden terug naar de camperplek en lopen het dorpje in. We vragen aan iemand, die net de poep van zijn hond opruimt, waar we wat kunnen drinken. Ze wijst ons de hoofdstraat om de hoek. Daar komen we in een heel gezellige straat met veel terrassen, een markthal met mooie spullen en hippe winkeltjes. Klaas wil niet bij een trendy restaurant wat drinken. Ik zie 2 oude Portugese D mannen op een bankje zitten. Dat terras pakken we. Klaas bestelt binnen 2 heerlijke cappuccino’s met 3 koffiebonen erop. Bij ons terras zien we nesten met ooievaars en er vliegen er heel veel over. Ik kijk nog voor een lange jurk. Het zijn leuk ingerichte winkels en duur. Bij een schattig bakkertje kopen we 2 pasteitjes. In de bus lees ik wat over het dorp. Het is een vissersdorp. Het strand is 12 km lang en een van de mooiste stranden van Europa. Het wordt vergeleken met Ibiza. De rustige versie ervan. Hier geen hoogbouw. Madonna en meerdere VIP’s komen hier. Net als de dolfijnen hebben we ook Madonna niet gezien. Klaas ruimt de campingspullen van Mel op en ik ga koken. We eten in de bus. Klaas is flink op muggenjacht voordat we gaan slapen. Er zijn hier rijstvelden die ‘s avonds voor muggen zorgen.  In de camperapp waren we al gewaarschuwd.